566 18 JULI 1935. 14. „Herhaalde malen reeds werden in de gemeente Breda werken in werkverschaffing uitgevoerd onder dagelijksche lei ding en toezicht der Heide-Maatschappij. Nimmer is gebleken, dat de uitvoering der werken aanleiding gaf tot gerechtvaar digde klachten, noch ten aanzien van de kwaliteit van het geleverde werk, noch ten aanzien van de behandeling der tewerkgestelden. Mijnheer de Voorzitter, ik zou hierop nog veel kunnen zeggen, maar ik zal hier later op terugkomen. Het schijnt, dat de Heide-Maatschappij een geheime macht kan uitoefenen op de gemeentebesturen en zooveel geld mag verwerken als zij zelf noodig oordeelt, zonder dat hiervan altijd een be grooting wordt overgelegd; de Raad vindt het immers altijd wel goed onder het motto „werkverschaffing"! Mijnheer de Voorzitter, als raadslid zal ik tegen een dergelijke methode steeds blijven opkomen. Men kan wel zeggen: „Het is toch werkverschaffing", goed, maar men behoort dan in ieder geval nuttig werk te verrichten en met dat geld en die arbeidskracht meer werk te verzetten er is hier in de Gemeente genoeg te doen maar niet te werk gaan zooals ook nu wederom aan den Wilhelminasingel plaats heeft. Hier gaat de Heide- Maatschappij een villapark maken zonder dat er een plan bij is van zooals in het antwoord van Burgemeester en Wethouders staat onzen onweersproken deskundigen Di recteur der Beplantingen. Laat het niet bij woorden, Mijnheer de Voorzitter, maar ga over tot daden; zet de Heide-Maatschappij aan kant en zet hier den rechten man op de rechte plaats, zoodat dan de gelegenheid wordt uitgesloten om de werkwijze van onzen deskundigen tuinarchitect te ondergraven. De heer BROOS merkt het volgende op: Mijnheer de Voorzitter. Nu wij een overzicht hebben gekregen van de bezwaren van den heer Van Keep tegen de wijze, waarop de parkaanleg in den Boeimeerpolder is geschied, en het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 566