568 18 JULI 1935. bij den parkaanleg in Boeimeer. Spr. zou hierover niet in het openbaar gesproken hebben, als er niet in het prae- advies van Wethouder Van Mierlo stond, dat er geen klachten zijn ingekomen. De opzichter van de Heide-Maat- schappij heeft een manier van optreden, welke overeenkomt met die van een koeliedrijver; hij daagt tewerkgestelden uit om met hem te vechten en heeft zich zelfs tegenover putbaas Bossers als volgt uitgelaten: „Als ze" be doeld werden de tewerkgestelden „niet werken, slaat ze dan maar met de schop de hersens in!" De VOORZITTER: Van wie(n) heeft U die inlichtingen? De heer VAN HOUTEN antwoordt, dat hem dit is medegedeeld door den tewerkgestelde Bosman, georga niseerd in den Algemeenen Nederlandschen Bond van Bakkers. Voorts zegt Spr., dat de tewerkgestelden tenge volge van de wijze, waarop gewerkt wordt, niet aan het voor het werk vastgestelde accoord-loon toe kunnen komen. De heer KROONE heeft den indruk gekregen, dat Burgemeester en Wethouders om een uitdrukking van den heer Van Keep te gebruiken „gemarteld" hebben om dit prae-advies samen te stellen. Spr. gelooft niet, dat het objectief is. Welke zijn de in het prae-advies bedoelde „andere omstandigheden"? „Over het vaststellen der accoord-loonen werden geen klachten vernomen", zegt het prae-advies. Spr. weet wel anders; er zijn over de accoord-loonen wel degelijk klachten, zelfs veel klachten ingekomen. Zoolang de vorige opzichter van de Heide- Maatschappij het toezicht uitoefende, kwamen er niet zoo veel klachten, maar sinds deze opzichter er is, stroomen de klachten toe. Spr. gelooft, dat het aan diens optreden ligt. Klachten zijn er natuurlijk altijd De VOORZITTER Juist.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 568