18 JULI 1935. 571 kracht uitoefent op den Inspecteur van de Werkverschaffing en de gemeentebesturen. Het ontbreekt er nog maar aan, dat de heer Van Keep zegt, dat die instanties door de Heide-Maatschappij worden omgekocht! Wat de klachten over de manier van optreden van den opzichter der Heide-Maatschappij betreft, daarbij moet men in aanmerking nemen, dat deze ook een arbeider is en derhalve ook de mentaliteit, aan die groep eigerl, bezit. Desondanks gelooft Spr. niet, dat hij gezegd zal hebben: „Sla ze maar met de schop de hersens in!". Wèl berust die z.g. uitdaging tot vechten op een inderdaad plaats gehad hebbend incident. De uitdaging ging ever.wel uit van een tewerkgestelde. Deze voegde den uitvoerder toe,,Ik zal weieens met je afrekenen waarop de opzichter antwoordde: ,,Doe het dan nü maar!" Men moge dat antwoord afkeuren, doch men moet daarbij bedenken, dat het hier niet iemand betreft met hoogere ontwikkeling; bij slot van rekening is hij ook een arbeider. Voor het uitmaken van de klachten is trouwens Salomons- wijsheid noodig; er is altijd iemand, die er niet door be vredigd wordt. Spr. moet pertinent ontkennen, dat er zóó vele klachten zijn ingekomen; zeker is dat nü niet meer het geval. Het werk is nu bijna een jaar geleden aange vangen. De meeste klachten dateeren van April, Mei en Juni 1935 en dat is niet alleen in Breda, maar in vele gemeenten, waar werkverschaffingen zijn, het geval; tegen den tijd, dat er verkiezingen komen, wordt het in bijna alle werkverschaffingen min of meer onrustig. Spr. zegt dit uit ervaring, opgedaan als inspecteur van de Werkverschaffing. De heer K r o o n e zal de laatste zes weken ook niets meer van klachten gehoord hebben. Spr. gelooft, dan ook, dat de raadsleden verstandiger zullen doen door zich voortaan met hun vragen en klachten over de werkverschaffing tot Burgemeester en Wethouders of de z. g. contact-commissie te wenden. De klachten worden dan serieus onderzocht. Van het negeeren van klachten is geen sprake.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 571