18 JULI 1935.
573
keiijker bij dien Inspecteur kan rechtvaardigen dan de
Directeur der Beplantingen.
Di VOORZITTER wil even opmerken, dat het gevaarlijk
is, hierbij de werkverschaffing aan den Wilhelminasingel
in het geding te halen Deze heeft op uitnemende wijze
voortgang. Desniettemin zinspeelt de heer Van Keep
nu alweer op een daarbij heerschende disharmonie. Op die
manier kweekt men haar.
De heer VAN KEEP consrateert, dat de toestand bij
de werkverschaffing aan den Wilhelminasingel op het
oogenblik goed is.
De VOORZITTER: Dan hadt U haar niet hier in het
geding moeten brengen.
De heer KROONE verklaart zulks ter voorkoming
van misverstand dat bij hem niet op den voorgrond
staat de bedoeling om de Heide-Maatschappij er uit te
werken. Een feit is het evenwel, dat de Heide-Maatschappij
altijd gelijk wil hebben en dat ook acht van den tien keer
krijgt. Spr. blijft het noodig vinden, dat een onderzoek
wordt ingesteld naar het optreden van den opzichter van
de Heide-Maatschappij.
Wethouder Van M i e r 1 o heeft voor de zooveelste
maal getracht, op een onaangename manier zijn zaak te
verdedigen. Spr weet ook wel, dat klachten niet altijd juist
zijn, maar de reden, welke de heer Van M i e r 1 o daar
voor aangeeft, namelijk, dat de besprekingen in den Raad
over deze werkverschaffing het ongemotiveerd en veel
vuldig uitbrengen van klachten aangemoedigd heeft, is
onjuist. Ook moet Spr. opkomen tegen de insinuatie, dat
geheime krachten aan het werk zijn geweest om deze
werkverschaffing in de war te sturen. Als de heer Van
M i e r 1 o daarbij het oog op Spr. heeft gehad, dan moet
hij daartegen ten sterkste protesteeren.