18 JULI 1935.
575
Wethouder VAN MIERLO merkt nog op, dat, als de
voor deze werkverschaffing verantwoordelijke man Burge
meester en Wethouders niets bericht, hij zich dan gerecht
vaardigd acht, de klachten van den heer Van Keep
overdreven te vinden.
Wat betreft zijn uitlating, dat er geheime krachten aan
het werk schijnen te zijn geweest om deze werkverschaffing
in de war te sturen, zegt Spr dat hij daarbij niet het oog
had op de tewerkgestelden en de vakorganisaties.
De VOORZITTER wil nog opmerken, dat, als er
klachten zijn geweest, daarvan op het oogenblik geen
sprake kan zijn.
Het schrijven van Burgemeester en Wet
houders wordt daarop voor kennisgeving aan
genomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat hem door den heer
K o o ij m a n e a. is verzocht, de behandeling van punt 40
der agenda door een bespreking in besloten vergadering
te doen voorafgaan. Spr. stelt derhalve voor, die besloten
vergadering aan het einde der agenda te houden en de
behandeling van de punten 39 en 40 tot daarna aan te
houden.
Daartoe wordt besloten.
41 Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het
opnieuw vaststellen van de verordeningen op de heffing en
invordering eener straatbelasting, luidende als volgt:
„Krachtens Uw besluit van 25 Januari 1933 werd de
„straatbelasting over de jaren 1933, 1934 en 1935 geheven.
„Aangezien de gemeentekas de opbrengst dezer belasting
„in 1936 en volgende jaren niet zal kunnen missen, is het
„gewenscht, dat de verordening opnieuw wordt vastgesteld.