578 18 JULI 1935. „woningen van bouwvereenigingen, medegedeeld, dat een „huurverlaging van de woningen van bouwvereenigingen „spoedig zou kunnen worden ingevoerd, doch dat deze ten „aanzien der gemeente-woningen nog eenigen tijd zou „vorderen. Nu inmiddels per 1 Juli j. 1. een huurverlaging „voor de gemeente-woningen plaats vond, terwijl dit ten „aanzien der woningen van de bouwvereenigingen nog niet „heeft kunnen geschieden, kwam het ons College gewenscht „voor, den Raad in te lichten waarom huurverlaging der „genoemde woningen tot heden niet kon plaats vinden. „Wij verwijzen den Raad naar de hierbijgaande nota, „{welke achter de notulen van deze vergadering is opgenomen), „waaruit kan blijken, dat ons College te dezen opzichte „niet heeft stil gezeten, doch dat een tot heden niet inge voerde huurverlaging haar oorzaak vond in de in de nota „omschreven omstandigheden. Inmiddels vertrouwen wij, dat „het overleg, dat nog gaande is met den Directeur-Geneiaal „der Volksgezondheid, spoedig tot een gunstig resultaat zal „leiden, waarvan wij den Raad t. z. t. mededeeling zullen „doen." De VOORZITTER merkt op, dat deze uiteenzetting een uitvloeisel is van de toezegging daaromtrent in de vorige vergadering gedaan. De heer VAN DER VEN dankt het College voor deze duidelijke uiteenzetting, waaruit blijkt, dat Burgemeester en Wethouders ten deze zeer actief zijn geweest, doch dat zij door de maatregelen van het Departement van Sociale Zaken zijn tegengewerkt. Spr. verklaart tegen de invoering van eenheids-huurprijzen te zijn, omdat hij vreest, dat de groote gezinnen met een gering inkomen daardoor gedupeerd zullen worden. Hij geeft daarom de voorkeur aan een progressieve huurregeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 578