580 18 JULI 1935. „beginsel kon vereenigen met de voorgenomen plannen en „de gedane stappen. Intusschen is deze zaak thans zoover ge- „vorderd, dat definitieve voorstellen kunnen worden gedaan. „Voor een goede beoordeeling laten wij hieronder in het kort „het verloop dezer zaak volgen, alsmede een toelichting op „de in dit prae-advies omschreven voorstellen. „In 1931 zijn met het college van Burgemeester en Wet- „houders der gemeente Tilburg besprekingen aangevangen „over de inrichting van een vliegveld in West Noordbrabant. „Na onderhandeling met de directie der Koninklijke Lucht- „vaart Maatschappij kwam men tot de overtuiging, dat het „inderdaad niet gewenscht is vliegvelden aan te leggen voor „een bepaalde gemeente, doch dat het meer aanbeveling ver dient deze in te richten voor een streek. Onderzocht is de „mogelijkheid het militair vliegveld op de Molenheide in te „richten ook als burgervliegterrein. De burgemeesters der ge- meenten Tilburg en Breda hebben een onderhoud gehad met „den Minister van Defensie over deze vraag. Van militaire „zijde had men tegen het openstellen van het militair vliegveld „op de Molenheide ook voor burgervliegtuigen bezwaar. „Daarop is contact gezocht met den Commissaris der Ko ningin in deze provincie. Dit heeft geleid tot een vergadering „ten Provinciehuize, waarbij onder diens leiding Gedepu teerde Staten, vele vertegenwoordigers van gemeenten, ver- „keersvereenigingen, enz. present waren; na gehouden bespre kingen is een studiecommissie benoemd, welke tot taak had „te overwegen of het aanbeveling verdiende een vliegveld voor „Midden- en West Noordbrabant aan te leggen en bij be vestigende beantwoording van die vraag na te gaan, welke „plaats zich voor de oprichting van een vliegveld het beste „leende. „Hangende het onderzoek van deze commissie bood de „gemeente Gilze-Rijen aan een voor vliegveld geschikt terrein „onder die gemeente, ter grootte van ongeveer 64 H.A. „Dat aanbod en de mogelijkheid van samenwerking met den „in Gilze-Rijen gevestigden militairen vliegdienst hebben de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 580