18 JULI 1935.
589
rieven met opzet zoodanig te stellen, dat het de onder
nemingen mogelijk moet zijn, haar chauffeurs een be
hoorlijk loon uit te betalen en zulks in de verwachting,
dat daardoor een einde is gekomen aan het betalen van
een uiterst karig of zelfs in het geheel geen loon aan de
chauffeurs in het taxi-bedrijf.
Het College van Burgemeester en Wethouders hield zich
daarbij de bevoegdheid voor, in te grijpen in de werktijden der
chauffeurs, doch aanwending van deze bevoegdheid ligt slechts
in het voornemen voor zoover blijken mocht, dat door te
lange werktijden de veiligheid van personeel en goederen
bij het verkeer in gevaar kan worden gebracht.
In de vorige vergadering werd door mij er reeds op gewezen,
dat de nieuwe tarieven, die bereids door de onderneming
waren ingevoerd, niet het gevolg hadden, dat verwacht werd,
want verhooging van de loonen of de invoering daarvan voor
chauffeurs bleef achterwege en ook thans nog.
Bij de nieuwe regeling wordt gedacht aan invoering van
het ploegenstelsel, b.v. een ploeg van 64 uur en een ploeg
van 4 1 uur 's nachts. Het gevolg hiervan zal zijn, dat de
verdiensten van de chauffeurs daardoor worden gehalveerd,
althans indien de verdiensten regelmatig vloeien, maar ook
dat is niet het geval. In de morgenuren is het vervoer geringer
als in den namiddag, zoodat het dan kan gebeuren, dat de
toch reeds armzalige verdiensten in de morgenuren dalen
tot 1/3 van het oude wekelijksch inkomen en in de middag
uren tot 2/3 daarvan.
De Raad zal het wel met mij eens zijn, dat dit een onhoud
bare toestand wordt en dat de chauffeurs niet met het geduld
van een marmot in den winter op een betere regeling kunnen
wachten.
Deze toestand heeft er toe geleid, dat de vorige week een
aantal chauffeurs zich tot het Burgerlijk Armbestuur heeft
gewend en dat dit bestuur termen heeft gevonden om aan
die chauffeurs een bedrag uit te keeren tot een inkomen
van 10,— per week 4-/1,— toeslag per kind. Hoewel dit
eenerzijds in de gegeven omstandigheden mijn goedkeuring