18 JULI 1935.
601
besloten de rente van uit 's Rijks kas verstrekte voorschotten
voor woningwetbouw, welke meer dan 4 bedroeg, tot dit
percentage terug te brengen, zulks met de bedoeling, dat de
dientengevolge ontstaande vermindering van exploitatielasten,
daar, waar verlaging van de huren van woningwetwoningen
noodig was, ten volle tot dit doel zou worden aangewend.
Deze gunstige factor werd nog vergroot, doordat het voor
onderhoud uit te trekken bedrag per jaar werd teruggebracht
van 35.'op 29.per jaar, waardoor de vaste lasten
eveneens daalden, zij het dat de maximum rijks- en gemeente-
bijdrage met eenzelfde bedrag per woning zou worden ver
laagd. Daar deze maximum bijdrage niet werd bereikt, had
deze verlaging dier bijdrage geen beteekenis. Daartegenover
stond, dat van gemeentewege ingevoerd was een straatbe
lasting, welke de vaste lasten weder deed stijgen. De door
de loondaling reeds belangrijk gedaalde huurinkomsten der
bouwvereenigingen, welke, b.v. vergelijkende den toestand van
1 Januari 1933 met 1 October 1934, een verschil opleverden
van ruim 7800, een bedrag, dat reeds hooger was dan
het door verlaging van het rentetype tot 4 was vrijge
komen, n.l. 7080,97, deden het voordeel der renteverlaging
geheel te niet.
Ten tijde van de uitwerking der voorstellen tot huurver-
laging verscheen allereerst de circulaire van den Minister van
Sociale Zaken van 6 November 1934, nr. 9943 M/PC, afd. V,
waarbij werd bepaald, dat de tengevolge van de rentever
laging van woningwetvoorschotten vrijkomende bedragen oor
deelkundig moesten worden verdeeld over de in de gemeente
aanwezige complexen, waarvoor toen nog over rijksvoor
schotten werd beschikt. De vrijkomende bedragen moesten
worden gebracht ten bate van het fonds voor huurverlaging,
te beheeren door Burgemeester en Wethouders.
Voorts verscheen dd. 7 December 1934 een nieuwe circu
laire van den Minister van Sociale Zaken, waarbij werd be
paald, dat de looptijd der woningwetvoorschotten werd ver
lengd tot 75 jaar. De dientengevolge door verdere verlaging
der annuïteiten vrijkomende bedragen zouden eveneens worden