18 JULI 1935. 602 gestort in het hooger genoemde fonds voor huurverlaging. Blijkens ingewonnen informaties bedroeg deze verlaging 24234,03, zoodat te zamen met verlaging der lasten ten gevolge van de vermindering van het rentetype tot 4 ad 7094.06 totaal 31328.09 voor huurverlaging beschikbaar kwam. De mogelijkheid om tot een belangrijke huurverlaging voor de vereenigingswoningen met rijksvoorschot te geraken, zonder offers voor de gemeentekas, was hierdoor geschapen. Deze mogelijkheid werd nog vergroot, omdat bij circulaire van 2 Januari 1935, nr. 11602 M/PC, afd. V, de Minister van Sociale Zaken mededeelde, dat de Regeering had besloten ever te gaan tot samenvoeging van de verschillende Rijks voorschotten voor woningbouw ten behoeve van eenzelfde woningbouwcorporatie, verleend tot één grond- en één bouw- voorschot. Deze maatregel was voor deze gemeente van be lang, omdat de N.V. Volkshuisvesting eenige complexen be heerd, welke winst opleveren, welke winst dus in den vervolge zou strekken ter vermindering van het exploitatietekort op de andere complexen dier N.V. Nadat het ter zake met de vertegenwoordigers der drie bouwvereenigingen en den Directeur-Generaal van de Volks gezondheid gevoerde overleg nopens de in te voeren vaste, tevens verlaagde, huren tot algeheele overeenstemming had geleid, kon het ter zake opgestelde rapport door ons college bij brief van 21 Februari j 1., nr 1 422, aan den Directeur- Generaal ter goedkeuring worden ingezonden. Doorvoering der voorgestelde belangrijke huurverlaging scheen nog slechts een kwestie van enkele weken, toen bij informatie ten departemente bleek, dat intrekking of wijziging der hooger genoemde circulaire van 7 December j.l., in verband met daartegen gerezen verzet, in overweging was. Hoewel dan ook door den Directeur-Generaal van de Volksgezondheid bij brief van 14 Mei j.l. nr. 1718 M/BA 254, afd. V, de bij ons schrijven van 21 Februari te voren voorgestelde huurverlagingen werden goedgekeurd, waren de financieele gevolgen inmiddels voor de gemeente geheel ge wijzigd, daar de Minister van Sociale Zaken bij circulaire

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 602