630 29 AUGUSTUS 1935. „anderen vorm belasting zou zijn betaald, is uit de lucht ge grepen. „Op grond van het bovenstaande achten wij geen redenen „voor kostelooze aansluiting op het gemeente-riool aanwezig, „weshalve wij U in overweging geven, afwijzend op het ver- „zoek te beschikken." De heer KOOIJMAN zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Mij is van zeer nabij bekend, althans van sommige perceelen, dat de gronden, waarop zij zijn gebouwd, zijn aangekocht met de bepaling, dat de verkooper van den grond voor afvoer van het vuile water moest zorgen door een riool, achter de woningen op den grond van den ver kooper gelegen. Dit riool is niet door de koopers van den grond, maar door den verkooper aangelegd en moet ook door deze worden schoongehouden en onderhouden. Voor afvoer van faecaliën mocht dit riool niet worden benut. M.i. zijn requestranten met hun verzoek aan een verkeerd adres en zullen zij hun recht op een andere plaats moeten zoeken. Uit het prae-advies is mij gebleken, dat Uw College niet onwelwillend tegenover het verzoek staat en requestranten zou willen helpen door, „indien zulks mogelijk is, het geheele riool ineens aan te sluiten". Nu weet ik, dat het stuk riool van den grooten sterfput naar den nieuwen weg diep is gelegd; misschien zou de mogelijkheid van aansluiting bij ophalen van het riool tóch bestaan. Kan het College de toezegging doen, dat, indien die mogelijkheid bestaat, het riool alsdan aan de rioleering van den nieuwen weg mag worden aangesloten? Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat, als men adressanten kan helpen door de aansluiting op zoodanige wijze tot stand te brengen, dat daaraan zoo min mogelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 630