642 29 AUGUSTUS 1935. zeker niet speciaal voor deze belasting. Doch ook de be grooting der Gemeente moet sluitend gemaakt worden. Spr. ziet niet in, dat een heffing, welke al zoovele jaren bestaat, nu ineens zóó onrechtvaardig zou zijn als zooeven is be toogd. Dat zij thans meer drukt dan vroeger is juist. De Raad heeft echter in het voorjaar besloten tot een andere heffing, welke Spr. heel wat onbillijker vindt. Hij moet den Raad dan ook in overweging geven, het prae-advies van Burgemeester en Wethouders aan te nemen en niet in te gaan op de voorstellen van de heeren H o u b e n en Van Arendonk. De VOORZITTER verzoekt van repliek af te zien, daar de zaak hier al meermalen breedvoerig is besproken. Den heer Van Houten antwoordt Spr., dat het in dit geval zoo n bekende zaak betreft, dat er weinig reden is om haar aan te houden. De heer HOUBEN verklaart, zijn voorstel gedaan te hebben omdat vóór 1 September in deze moet worden beslist. Den heer Visser wil hij antwoorden, dat hij de kap salons enkel maar heeft genoemd om aan te toonen, dat andere luxe-werkplaatsen toch ook niet worden belast. Ten slotte wijst Spr. er op, dat de socialisten, die voor heen altijd afwijzend stonden tegenover deze belastingver laging, ditmaal in Groningen en in andere steden voorstellen daartoe hebben ingediend. Deze belasting is op den duur toch niet meer te innen. De Minister heeft dan ook niet voor niets de mogelijkheid tot verlaging in de wet open gesteld Dat deze belasting altijd zwaar en onrechtvaardig is geweest, heeft Spr. ook vóór de crisis ondervonden. De VOORZITTER zal thans het prae-advies van Bur gemeester en Wethouders in stemming brengen; mocht het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 642