654 29 AUGUSTUS 1935. „blijvenden aard door minder juist geachte bebouwing wordt „toegebracht aan de verschillende stadsdeelen. Meer dan ooit „is het thans zaak, nu de economische omstandigheden eige naren van voor bebouwing geëigende gronden er toe brengen „deze intensiever te doen bebouwen dan wel wenschelijk is, dat „de overheid ten deze regelend optreedt. In dit licht moeten „deze ontwerp-voorschriften worden bezien. „Op de tweede plaats moet worden vermeld, dat het vast stellen van bouwvoorschriften voor bepaalde deelen in een „gemeente geen novum is, ook niet voor de gemeente Breda. „Wij herinneren den Raad aan de in 1934 vastgestelde be- „bouwingsvoorschriften voor de Passage, voor het stadsdeel „bij de Molenleij, voor het thans in aanleg zijnde villapark aan „den Wilhelminasingel en ten slotte aan de bebouwingsvoor- schriften voor de Baronielaan, door den Raad vastgesteld in „de op 18 Juni 1935 gehouden vergadering. Tegen al deze „voorstellen rees in den Raad geen enkele bedenking, terwijl „ook van de zijde van belanghebbenden geen enkel bezwaar „inkwam. „Komende tot de behandeling van de bezwaarschriften zelve, „zij medegedeeld, dat wij uiteraard hierover het advies hebben „ingewonnen van den Directeur van Openbare Werken. Door „voornoemden ambtenaar zijn die bezwaarschriften breedvoe rig besproken in het hierbij gevoegd rapport. Met de be strijding van de door de heeren J. P. v. R o s s u m, Ir. J. W. „Sprenger, C. L. M. Ingen Housz en Mevr. de „W ed. Z. Asselberg sv an Dixhoorn ingediende „bezwaren en de daarop genomen conclusies kunnen wij ons „vereenigen. „Ten aanzien van het uitvoerig bezwaarschrift ingediend „door de heeren C h. Petit, Ir. W. Thunnissen en Ir. „F. van der W erf, deelen wij mede, dat het onnoodig is „gebleken den Raad van prae-advies te dienen, waar deze „adressanten hun bezwaarschrift tegen het ontwerp-bouwvoor- .schriften Oranjelaan, Burg. Kerstenslaan en Burg. de Man- „laan hebben ingetrokken. Er rest ons nog op te merken, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 654