656 29 AUGUSTUS 1935, „ter inzage gelegen en wel vanaf 18 Juni tot en met 16 Juli „1935. Bezwaren zijn ingebracht door den heer C. L. M. „I n g e n Hou sz en door Mevrouw de Weduwe Z. ,,A s s e 1 b e r g sv an Dixhoorn, alsmede door de hee- „ren C h. Petit, Ir. W. Thunnissen en Ir. F. van „der Werf (gezamenlijk). „Terzake van de door den heer C. L. M. Ingen Housz „en Mevr. de Wed. Z. Asselb erg sv an Dixhoorn „ingebrachte bezwaren, merken wij op, dat deze reclamanten „verwijzen naar de door hen ingebrachte bezwaren tegen de „ontwerp-bebouwingsverordening „Mastbosch", welke bezwa- „ren door ons weerlegd zijn in ons aan U gericht prae-advies „d.d. 24 Augustus 1935, No. 1/2090, waarnaar ook wij ver- „wijzen. „Wij behoeven hierop niet verder in te gaan, te meer omdat, „zoodra de beslissing op de bebouwingsverordening „Mast- „bosch" onherroepelijk zal zijn geworden, deze reclamanten „geen belanghebbenden meer zijn bij de onderhavige voor schriften. „De bezwaren van de heeren Petit, Thunnissen en „V ander W erf kunnen ook hier onbesproken blijven, om- „dat als gevolg van het intrekken van hun bezwaarschrift op „de bebouwingsverordening „Mastbosch", aangenomen moet „worden, dat ook hun bezwaarschrift tegen deze voorschriften „niet wordt gehandhaafd „Ten slotte doen wij U opmerken, dat art. 11 in het ontwerp „moet worden geschrapt, aangezien gebleken is, dat dit artikel „in strijd is met art. 6, lid 4, der Woningwet. „Op grond van vorenstaande geven wij U in overweging: „I. de ingebrachte bezwaren ongegrond te verklaren; „II. de ontworpen en gedurende den voorgeschreven termijn „ter inzage gelegen hebbende voorschriften voor de bebouwde „kom vast te stellen, evenwel met schrapping van art. 11, dat „in strijd is met art. 6, lid 4, der Woningwet." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 656