27 SEPTEMBER 1935. 695 keurt Spr. ten zeerste af; zij nadert zeer dicht de grens van het onbehoorlijke. De correspondentie bevat een zware beschuldiging aan het adres van Burgemeester en Wethou ders en aan dat van den Raad en men slaat daarbij een toon aan, welke hoogst onaangenaam aandoet. Want, wat b.v. te zeggen van het eerste schrijven van het Comité aan den exploitant, waarin het nota bene binnen twee dagen ant woord verlangtAls het de bedoeling van het Comité is geweest om zich impopulair te maken, dan is het er op deze wijze zeer goed in geslaagd. De heer BROOS wil al hetgeen het Comité schrijft niet voor zijn rekening nemen, maar hij is toch van meening, dat er in deze gemeente op het gebied van zwemmen en baden wel iets te verbeteren valt. Dit kan nochtans ge beuren bij het vaststellen eener nieuwe algemeene politie verordening. De heer PLEIJTE voelt zich ook gedrongen ten sterkste te protesteeren tegen de door het Comité gevoerde actie er zijn nooit klachten over de inrichting in kwestie geweest. Spr. sluit zich aan bij de woorden van den Voorzitter. De VOORZITTER constateert, dat de Raad in zijn geheel de wijze afkeurt, waarop in dit geval door het Comité is te werk gegaan. De heer Broos zal ongetwij feld te zijner tijd mededeelen, wat voor hem aanleiding is om verbeteringen op het gebied van zwemmen en baden in deze gemeente te wenschen. Daarmede wordt dan objectief rekening gehouden. De bepaling, dat dames en heeren, die alleen komen, geen toegang tot het gemengd bad wordt verleend, is door den heer Van Brink juist in het belang van de zedelijkheid gesteld deze bedoelde daarmede aan het gemengd bad zooveel mogelijk het karakter van een familiebad te geven. Het doet vreemd aan, dat hiertegen door het Comité bezwaar is gemaakt. Spr. con-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 695