27 SEPTEMBER 1935.
699
12. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, be
treffende de benoeming van leden en plaatsvervangende
leden der Centrale Commissie van Overleg, bedoeld in
artikel 2 van het Werkliedenreglement, en van de Commissie
voor Ambtenaarsaangelegenheden, luidende als volgt
„Ingevolge de desbetreffende bepalingen van het Werk-
„lieden- en Ambtenarenreglement moeten de door den Raad
„in zijne vergadering van 10 October 1934 benoemde leden
„en plaatsvervangende leden van de Centrale Commissie
„van Overleg, bedoeld in art. 2 van het Werkliedenreglement
„en de Commissie voor Ambtenaarsaangelegenheden op den
„eersten Dinsdag van September j. 1. aftreden.
„De nieuw te benoemen leden en plaatsvervangende
„leden zullen ingevolge de uitvoeringsvoorschriften van het
„Werkliedenreglement en het bepaalde bij art. 80, 3e lid
„van het Ambtenarenreglement zitting hebben gedurende
„twee jaren.
„De Centrale Commissie van Overleg, als bedoeld in
„art. 2 van het Werkliedenreglement was gedurende de
„zittingsperiode September 1934 - September 1935 samen
gesteld als volgt:
„A. M a b e 1 i s, lid A. A. M. Loon en, pl.v. lid
„Mr. P 1 e ij t e, ffJ. v a n H o u t e n,
ff. Kra ij, S. K o o ij m a n,
„De Commissie voor Ambtenaarsaangelegenheden was
„over hetzelfde tijdvak samengesteld als volgt:
„A. A. M. L o o n e n, lid A. Mabelis, pl.v. lid
„ff. van ff o u t e n, Mr. P 1 e ij t e,
„S. K o o ij m a n, J. ff. Kra ij,
„De leden der beide voormelde Commissies zijn elkanders
„plaatsvervangers.
„Wij hebben de eer U voor te stellen over te gaan tot
„het benoemen van 3 leden en 3 plaatsvervangende leden
„voor ieder der beide bovengenoemde Commissies."
De VOORZITTER geeft, na van overleg ten deze te
