744
30 OCTOBER 1935.
was misschien niet juist alvast dit voorstel te doen, doch hier
moest wel zoo gehandeld worden, omdat men in het alge
meen belang vooruit moest, ook al gaf een uitbreidingsplan
niet voldoende aanwijzing.
De heer ELICH heeft met genoegen gehoord, dat de Voor
zitter erkent, dat de handelwijze van Burgemeester en Wet
houders eigenlijk niet juist is. Spr. vraagt, of Burgemeester en
Wethouders van plan zijn zoo voort te gaan, als het voorstel,
voorkomende onder punt 28 der agenda, is aangenomen.
De VOORZITTER zegt, dat het zaak is zoo spoedig
mogelijk het nieuwe uitbreidingsplan te bevorderen.
De heer ELICH merkt op, dat, als er dan een bouwaan-
vrage komt, welke past in het ontwerp, er dan op die manier
een uitbreidingsplan ontstaat, waarvan de Raad niets be
merkt. Dit zal volgens Spr. een sfeer van onrust scheppen
in de bouwwereld.
De VOORZITTER zegt, dat het gevaar, waarop de heer
E 1 i c h wijst, wordt beperkt door de wetsbepaling, dat het
besluit, waarbij de Raad heeft bepaald, dat een herziening van
het uitbreidingsplan in voorbereiding is, vervalt, indien niet
binnen een jaar het ontwerp van het plan ter inzage is
gelegd.
De heer STRUIKEN vindt het bezwaar van den heer
E 1 i c h dermate van belang, dat hij verzoekt dit voorstel na
punt 28 der agenda te behandelen.
De VOORZITTER zegt, dat het hierbij niet gaat om de
bouwvergunning, doch over de overdracht van grond. Uitstel
komt hem onnoodig voor.
Zonder verdere bedenkingen wordt alsnu con
form het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten.