754
30 OCTOBER 1935.
„bruikers er toe over zullen gaan gas te betrekken volgens het
„vastrechttarief.
„Men kan dit bereiken door vast te stellen, dat de vast-
„rechtaanslag tot 600 M3. per jaar berekend zal worden tegen
„een prijs, welke 4 cents lager is dan de gewone gasprijs,
„terwijl de vastrechtaanslag boven 600 M3. per jaar berekend
„zal worden tegen een prijs, die 4X cents lager is dan de
„gewone gasprijs.
„Wordt dus iemand aangeslagen tegen 550 M3., dan is hij
„aan vastrecht verschuldigd: 550 X 5 cents, terwijl men bij
„een aanslag van b.v. 650 M3. dan 600 X 5 cents 50 X 4J/j
„cents verschuldigd zal zijn.
„De gasverbruiker, die voorheen 900 M3. verbruikte zonder
„vastrecht, betaalde toen: 900 X 9 cents 81.-. Volgens
„de voorgestelde regeling van het vastrecht zou hij moeten
„betalen: 600 X 5 cents 300 X ^Vi cents 43.50
„900 X 3J/2 cents (het verbruik wordt n.l. apart berekend
„tegen 3X cents per M3.) 31.50, d.i. in totaal 75.'
„Door het vastrecht heeft hij dus een voordeel van 81.
75.6. (D.i. 1.50 meer dan het voordeel, dat
„het tegenwoordige vastrechttarief biedt).
„Door de voorgestelde wijziging zal ongetwijfeld het gas-
„verbruik bevorderd worden, aangezien steeds gebleken is, dat
„nagenoeg ieder verbruiker, die gas is gaan betrekken volgens
„het vastrechttarief, meer gas gaat verbruiken. Denkt men zich
„echter het ongunstigste geval, n.l. dat ieder, die volgens dit
„nieuwe vastrechttarief gas gaat betrekken, zulks doet om te
„profiteeren van den lageren aanslag, zonder meer gas te gaan
„verbruiken, dan zou de opbrengst door de voorgestelde wij
ziging met 1470.dalen. Op goede gronden kan evenwel
„worden aangenomen ,dat deze veronderstelling in de practijk
„niet juist zal blijken te zijn en dat veel eerder een verhooging
„dan een verlaging van het winstcijfer het gevolg van den
„voorgestelden maatregel zal zijn.
„Wij geven U derhalve in overweging, artikel 4 van de
„regeling, betreffende het verstrekken van gas volgens het
