78 12 FEBRUARI 1935. maar ook zeer zeker en niet het minst in het belang der gemeente Breda zelve, duidelijk naar voren te hebben gebracht, welk standpunt de Raad thans in deze moet innemen. Zooals ik reeds in het begin van mijn betoog zeide, moet een bedrag van ongeveer 5000 op de begrooting worden gevonden, indien de personeele belasting voor de café-en restauranthouders wordt gelijk gesteld met die voor gemeu bileerde woningen en pensions. Dit bedrag zou gevonden kunnen worden door het gemeentefonds met 1 te vei- hoogen en het resteerende bedrag op „Onvoorzien" te plaatsen, Dan wil ik verder nog wijzen op den noodmaatregel, die de gemeente Amsterdam heeft moeten nemen ten aanzien van deze bedrijven zij zal er namelijk nog dit jaar toe over gaan de personeele belasting voor de café-en restauranthou ders te verlagen. Verder moge ik nog vermelden, dat, blijkens het door het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgegeven overzicht van den belastingdruk in Nederland 1934/1935, 167 gemeenten de belastbare huurwaarde verlaagd hebben tot 2/3 en 48 gemeenten tot 1/3 der huurwaarde. Alles bijeengenomen, Mijnheer de Voorziter, kom ik tot de volgende conclusie Gezien, het feit dat de omzetten in het hotel-, café- en restaurant bedrijf sedert 1930 onrustbarend zijn teruggeloopen en niet te voorzien is, dat deze teruggang in de naaste toekomst tot staan zal komen dat de vaste lasten tengevolge van de sterke omzetdaling in vele gevallen niet meer kunnen worden opgebracht dat deze feiten hebben geleid tot belangrijke kapitaalverlie zen, resp. ondermijning dezer bedrijven dat getracht moet worden, verbetering in dezen ongezonden toestand te verkrijgen, indien het mogelijk blijkt den econo- mischen kostprijs te verminderen, waarvan toch zeker een onderdeel is de belastbare huurwaarde verlagen tot 2/3 om alle deze redenen wil ik thans overgaan tot het voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 78