792 28 NOVEMBER 1935. „omzet in dit laatste artikel, in te schakelen. Het gevolg zou „zijn, dat er van het voor het bedrijf verwachte voordeel niet „veel overbleef. „Wat dit laatste, het mogelijk voordeel voor het bedrijf, „betreft, mag worden opgemerkt, dat het niet juist moet wor- „den geacht daaraan aandacht te wijden, terwijl men het voor „de gemeente te verwachten nadeel verwaarloost. Daarbij is „van belang, dat de gemeente zelf over de noodige outillage „voor deze distributie beschikt, die, terwijl zij voor dat doel „ware aan te wenden, te dien aanzien buiten gebruik wordt „gesteld. Van grootere importantie is de overweging, dat de „voor het bedrijf verhoopte voordeelen wel niet anders dan „uit de gemeentekas kunnen komen. „Bedenkt men daarbij, dat de gemeente hier als cokes- „leverante optreedt uit hoofde van de algemeene, op haar „rustende werkloozenzorg, waarbij mede door de steeds stij gende uitgaven uiterste zuinigheid plicht is, dan wordt in williging van het verzoek in kwestie nog bezwaarlijker. "Op de hier ontwikkelde gronden meenen wij derhalve den „Raad te moeten adviseeren op het bijgaande adres afwijzend „te beschikken." Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van een regeling voor het verstrekken van cokes aan daarvoor in aanmerking komende personen gedurende den winter 1935/1936. De heer VAN DER VEN merkt op, dat in de desbetref fende ministerieele circulaire het tijdvak, waarin aan de werkloozen een brandstoffenbijslag mag worden verstrekt, wordt bepaald op 27 October 1935 tot en met 28 Maart 1936. Dit in aanmerking nemende, is men hier te laat be gonnen met de verstrekking van cokes, want gisteren waren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 792