28 NOVEMBER 1935.
795
26. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op
een verzoek van de R. K. Werkliedenvereeniging ,,St.
Petrus", in zake het verstrekken van een Kerstgave aan
z.g. kastrekkers, luidende als volgt
„Naar aanleiding van bijgaand adres van het Bestuur der
„R.K. Werkliedenvereeniging „St. Petrus" alhier, waarin
„wordt verzocht: le. dit jaar wederom een Kerstgave te wil-
„len verstrekken aan z.g. kastrekkers, die bij de Arbeidsbeurs
„als werkloos staan ingeschreven, en 2e. om in afwijking met
„het vorig jaar, een lateren datum dan 1 December te bepalen,
„waarop men als werklooze moet zijn ingeschreven om voor
„deze Kerstgave in aanmerking te komen, hebben wij de eer
„U het volgende op te merken.
„In vorige jaren is een Kerstgave verstrekt o.a. aan werk-
„loozen, die uitkeering ontvingen uit de werkloozenkas en
„vóór of uiterlijk op 1 December als werkloos bij de Arbeids
beurs waren ingeschreven. Voorwaarde daarbij was, dat de
„ingeschrevene op dien datum ten minste 4 weken werkloos
„moest zijn. Voorkomen diende te worden, dat iemand, die,
„na een lange periode van werken, korter dan 4 weken werk
loos was, direct een Kerstgave ontving. Inderdaad werden bij
„deze regeling de campagne-arbeiders van de Suikerfabriek
„practisch uitgesloten van het genot der Kerstgave, omdat de
„werkzaamheden op die fabriek ongeveer in de eerste week
„van October aanvangen en in de eerste weken van December
„eindigen. Nu komt het voor, dat in de laatste jaren een groot
„aantal van deze campagne-arbeiders slechts die 8 a 9 weken
„op de Suikerfabriek werken en de rest van het jaar werkloos
„zijn. Door hun arbeid op de Suikerfabriek derven zij dus
„de Kerstgave. Men kan van meening verschillen over de
„vraag, hoe lang iemand werkloos dient te zijn, wil hij voor
„de Kerstgave in aanmerking komen, doch wij achten het
