28 NOVEMBER 1935.
797
welke toezegging ook gewag wordt gemaakt in de toe
lichting, behoorende bij het adres van ,,St. Petrus"'
Wat het prae-advies betreft, zegt Spr., dat het hem is
opgevallen, dat men blijkbaar nog altijd uitgaat van de
veronderstelling, dat in arbeiderskringen gelegenheid tot spa ren
bestaatimmers, volgens dit prae-advies, behoort de Kerst-
gave alleen te worden verstrekt aan hen, die met lang
durige werkloosheid te kampen hebben. Daar een arbeider
bij den huidigen loonstandaard en in verband met den ver
korten werktijd niet hooger kan komen dan tot een week
loon van f 18.50, gelooft Spr., dat men het wel met hem
eens zal zijn, dat er bij een dergelijk inkomen geen gelegen
heid tot sparen bestaat. Hoewel gevoelig voor de door
Burgemeester en Wethouders voorgestelde verbetering, is
hij van meening, dat men de beperkende bepaling, in zake
een werkloosheidsperiode van 13 weken, geheel of althans
grootendeels moet laten vervallen, omdat anders weer vele
grensgevallen buiten het verstrekken van een Kerstgave
zouden blijven. Spr. geeft derhalve in overweging, de periode
van 13 weken in te perken tot 4 weken. Voorts verzoekt
hij Burgemeester en Wethouders, er te bevoegder plaatse
op aan te dringen, dat het percentage wordt verhoogd of
dat een minimum bedrag, b.v, van f 1.75 voor de Kerst-
gave aan kastrekkers wordt vastgesteld.
De heer VAN DER VEN zegt, dat de heer De Jong
den termijn van 13 weken wel wat lang vindt; deze moet
echter bedenken, dat de datum van inschrijving als werk-
looze van 1 December wordt verschoven tot 14 December
dit is alreeds een verbetering. Men moet niet het onderste
uit de kan willen hebben. Spr. zou daarom willen vragen,
of het niet mogelijk is, den termijn van 13 weken terug
te brengen tot 6 weken.
De heer 3ROOS merkt op, dat men voorheen op 1
December bij de Arbeidsbeurs als werkloos moest staan