798 28 NOVEMBER 1935. ingeschreven om voor een Kerstgave in aanmerking te komen. De drang om een lateren datum daarvoor te be palen, is uitgegaan van de wenschelijkheid om ook de campagne-arbeiders van de Suikerfabriek van de Kerstgave te laten profiteeren. Dezen vallen nu onder de door Bur gemeester en Wethouders voorgestelde regeling. Verder zal men altijd grensgevallen houden. Spr. vindt, dat men met den toestand, zooals die door Burgemeester en Wet houders in uitzicht wordt gesteld, tevreden kan zijn. Mocht intusschen blijken, dat er nog vele werkloozen buiten de regeling vallen, dan kan deze een volgend jaar nog eens worden bezien. Wethouder VAN BUITENEN zegt, dat de heer De Jong zich heeft afgevraagd, of Burgemeester en Wet houders bevreesd zijn, dat de arbeiders nog kunnen sparen. De heer DE JONG ontkent zulks. Wethouder VAN BUITENEN heeft het toch zoo ver staan. Spr. zegt, dat Burgemeester en Wethouders wenschten, dat de arbeiders nog sparen konden. De opzet is niet om werkloozen van de Kerstgave uit te sluiten, doch om die toeslag te geven aan hen, die hem het meest noodig hebben Het gaat hierbij trouwens niet om de menschen, die uit de steunregeling trekken, doch om een betrekkelijk klein aantal kastrekkers Er is altijd de limiet gesteld, dat men op 1 December als werklooze moest zijn ingeschreven. Daarop is nooit reactie gekomen dan alleen het vorig jaar, ten behoeve van de campagne-arbeiders der Suikerfabriek. Burgemeester en Wethouders hebben daarom de zaak onder de oogen gezien en zijn daaraan tegemoet gekomen door den datum van inschrijving te doen vervallen, alleen den eisch te stellen, dat over de week 16-21 December kas- uitkeering wordt genoten en daarnaast als beperkende be paling een werkloosheidsperiode van 13 weken in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 798