806 28 NOVEMBER 1935. „missie zal komen, niet vooruit loopen. Dat goede toepassing „van haar (ontwerp-)voorschriften niet gemakkelijk zal zijn, „behoeft geen betoog, doch het resultaat kan met welwillend heid worden afgewacht. De Overheid behoeft haar hand aan „den middenstand, die een loffelijke poging wil doen om tot „geordende en betere toestanden te komen, niet te weigeren. „Iets anders echter is, of hier alleen de overheid dient op „te treden. Op grond van theoretische en practische motieven „lijkt het ons goed in de commissie, die zou kunnen worden „ingesteld, niet alleen raadsleden te doen zitting hebben. Een „commissie uit den Raad mag desnoods zoodanig kunnen „worden samengesteld, dat daarin zoowel producenten, i.e. „winkeliers, als consumenten zitting hebben; het deskundige „element behoeft niet te ontbreken, doch voorbij te zien valt „niet, dat de taak, die de commissie op zich zal nemen, er een „van groote allure is, waarbij deskundigheid en groote moge- „lijkheid van voorlichting eerste vereischten zijn. Een ge- „mengde commissie, bestaande uit Raadsleden en vertegen woordigers van handel en nijverheid, lijkt ons eventueel „beter. „Wij moeten aan Uw Raad overlaten te beslissen of, aldus „bezien, er voor het in het leven roepen van een commissie „op dit oogenblik aanleiding is." De heer VAN ARENDONK zegt het volgende Het zij mij toegestaan, Mijnheer de Voorzitter, mijn waardeering en dank uit te spreken voor den spoed, die Burgemeester en Wethouders hebben betracht bij het uit brengen van dit prae-advies. Daaruit blijkt m.i., dat Uw College de bij den middenstand heerschende nooden mede aanvoelt, nooden, welke vooral veroorzaakt zijn door de ongebonden vestigingsmogelijkheden voor iederen handel en nering. Waar echter het prae-advies zegt, dat de in den Raad gegeven mondelinge toelichting de bedoeling niet goed weergeeft, wil ik ter verduidelijking alleen nog dit zeggen,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 806