28 NOVEMBER 1935. 811 bepaalde voorstellen bij den Raad te komen, die dan die voor stellen aan het algemeen belang had kunnen toetsen. Nu dit niet is gebeurd, moet m.i. een eventueele Raads commissie de zaak in eigen handen houden, waarbij natuurlijk van allerlei adviezen gebruik zal behooren te worden ge- J r maakt, gelijk de Middenstandsvereenigingen ook aanbieden te verstrekken. De heer DE JONG zegt, dat het ook hem en zijn fractie- genooten is opgevallen, dat de toestand voor het winkel bedrijf steeds slechter wordter komen steeds meer winkels bij, zoodat er op elke 10 gezinnen welhaast een winkel is. De middenstand ziet op die manier den grond voor be staanszekerheid onder zich wegzinken het is dus geen wonder.dat de gedachte rijpt, dat op deze wijze niet voort gegaan mag worden. Bij deze opvatting vindt de midden stand de S.D.A.P. volkomen aan zijn kant, ook bij de op vatting, dat men in deze positief werkzaam moet zijn. De ordeningsgedachte is van onderaf gegroeidthans wordt er om leiding gevraagd de overheid zal die leiding hebben te geven. Spr.'s fractie is bereid daaraan mede te werken zij gaat met het prae-advies mede, in zooverre dat een commissie worde gevormd met een opdracht op zoo breed mogelijke basis, namelijk om de zaak te onderzoeken en in studie te nemen om daarna met technische hulp te komen tot het ontwerpen van verordeningen, waarbij o.a. vestiging aan regels zal worden gebonden. Het behoeft geen omvangrijke commissie te zijn, doch een commissie, bestaande uit ver tegenwoordigers van de verschillende groepen in den Raad. Zij kan dan advies vragen aan de instanties, die daarvoor in aanmerking komen, o.a. de Kamer van Koophandel, en zal op die manier vruchtdragend werk kunnen verrichten. De heer SPOELDER zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, Ik zou in aansluiting op datgene, wat de heer Van Aren-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 811