28 NOVEMBER 1935. 815 echter, behalve studie-werk, de commissie willen zien opgedragen het ontwerpen van verordeningen. Zij zou daartoe moeten worden aangevuld met juridische krachten en gemeente-ambtenaren. De heer VAN AREN DONK wil, ter verduidelijking van zijn voorstel, nog eens naar voren brengen, dat zijn be doeling is het instellen van een commissie uit den Raad en daarnevens een sub-commissie uit de verschillende be drijven, die de raadscommissie de noodige gegevens zal hebben te verstrekken Ezn commissie, als door Burgemeester en Wethouders aangegeven, is een veel te log lichaam om vlug te kunnen functioneeren. Wethouder VAN DER WERF is het nog niet duidelijk, hoe de commissie samengesteld moet zijn en welke taak zij zal hebben te verrichten. Het lijkt hem in de allereerste plaats gewenscht, dat die taak schriftelijk omschreven wordt. Spr. meende, dat het de bedoeling was, de commissie op te dragen het behoefte-element in deze aangelegenheid in studie te nemen, doch, gehoord de debatten van dezen middag, is het hem niet recht duidelijk meer, wat men eigen lijk wil. De heer MABEL1S is het volkomen eens met den heer Van der Werf; het begint ook hem te schemeren. De heer Van Arendonk spreekt nu weer van een sub commissie uit de verschillende bedrijven. Hoe komt men daaraan? De Raad kan zich daarover niet uitspreken. Wat wil men dus eigenlijk? Men zal met een goed omlijnd voorstel moeten komen. De VOORZITTER concludeert uit hetgeen hij gehoord heeft, dat er zou moeten komen een raadscommissie ter adviseering in zake ordening in het winkelbedrijf. Op het vormen van een sub-commissie, als door den heer Van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 815