82 12 FEBRUARI 1935. Nu heb ik in het overzicht van den belastingdruk 1934/'35 gelezen, dat er in 1934 213 gemeenten van de gelegenheid tot verlaging van de personeele belasting voor de café- en restaurantbedrijven hebben gebruik gemaakt en wel 166 tot 2/3 en 48 tot 1/3, doch dat daartoe niet één van de zes groote steden van Nederland behoorde. Verder zijn er van een 15-tal gemeenten, die met Breda vergelijkbaar zijn namelijk 's-Hertogenbosch, Tilburg, Eindhoven, Amersfoort, Hilver sum, Schfedam, Zwolle, Maastricht, Leeuwarden, Heerlen, Delft, Dordrecht, Nijmegen, Enschedé en Apeldoorn maar vier, die van die bevoegdheid gebruik hebben gemaakt, na melijk 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Eindhoven en Dor drecht, terwijl, volgens de opmerking door den heer Hou- b e n de vorige maal gemaakt, daarbij nog Rotterdam is ge komen. Ik ben derhalve van meening, dat die 213 van de ruim 1000 gemeenten, welke ons land telt, grootendeels klei nere plaatsen zijn. De heer GRUIJS verklaart, dat hij en zijn fractiegenooten niet heelemaal afwijzend tegenover het voorstel van den heer Van Arendonk staan, vooral na het oordeel van den heer Van Buitenen gehoord te hebben. Spr. zou echter eerst de financieele gevolgen voor de Gemeente willen ken nen, alvorens zijn stem te bepalen. Hij vindt het daarom beter, met het nemen van een beslissing in deze tot een vol gende vergadering te wachten; Burgemeester en Wethouders hebben dan gelegenheid de zaak eerst eens te bezien. De VOORZITTER stelt daarop voor, de-verdere behan deling van het voorstel-V an Arendonk tot een volgende vergadering aan te houden, opdat Burgemeester en Wethou ders eerst informaties kunnen inwinnen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 8. Adres van M. A. Brocks, verzoekende ontheffing

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 82