28 NOVEMBER 1935.
831
drijven f 100.— hooger te salarieeren dan zijn collega bij
Openbare Werken, hetgeen absoluut onjuist is. Men ziet
hieruit, dat men op die manier tot willekeurigheden komt.
De heer LOONEN vindt juist, dat de nieuwe indeeling
het voordeel heeft, dat men daardoor beter in staat wordt
gesteld ieder te beloonen naar gelang van zijn prestaties en
werkzaamheden. Het voorstel van den heer JanssenS heeft
Spr. zeer verwonderd, omdat het College van Burgemeester
en Wethouders gedaan heeft, wat de Raad heeft gevraagd,
namelijk om te komen met een voorstel tot herziening van
de ambtenaarssalarissen. Er is bij de behandeling van de ge
meente-begrooting voor 1935 niet gezegd: er moet een zeker
percentage op de salarissen worden gekort over de geheele
lijn. Het is dan ook volstrekt niet de bedoeling van den Raad
geweest om te komen tot een algeheele verlaging der amb
tenaarssalarissen. Burgemeester en Wethouders hebben die
salarissen getoetst aan de salarisregeling van Den Bosch,
welke in Maart j.l. door den Minister is goedgekeurd. Deze
vergelijking ging goed op, omdat Den Bosch een gemeente
is, welke het best met Breda vergeleken kan worden. De
voorstellen van Burgemeester en Wethouders zijn door cle
Commissie voor het Georganiseerd Overleg onderzocht en uit
voerig besproken, met het resultaat, dat zij er zich mede kan
vereenigen. Spr. ziet dan ook geenszins in, waarin het noodig
zou zijn thans een commissie, als door den heer Janssens
bedoeld, in het leven te roepen.
Wat de salariskorting van 5 betreft, vindt Spr. het beter
eerst eens af te wachten, hoe de Minister op deze salaris
regeling reageert. Spr. wil die regeling thans aanvaarden.
Den heer MABELIS heeft het bij de bestudeering van deze
voorstellen ook getroffen, dat het systeem van indeeling in
salarisgroepen verlaten is. Spr. voelt veel voor hetgeen door
den heer E 1 i c h daartegen is aangevoerd: groepsindeeling
geeft meer zekerheid voor de ambtenaren, terwijl individueele
beoordeeling aanleiding geeft tot willekeur. Ook vindt Spr.