834 28 NOVEMBER 1935. gemeentepersoneel bepalen en niet de Minister. Hij geeft den Raad dan ook in overweging, de voorgestelde regeling aan te nemen. De heer KOOYMAN heeft na het gesprokene door de heeren Van Houten en Loonen weinig meer te zeg gen; hij wil alleen nog een kleine opmerking maken. Het spijt hem, dat de heer Janssen s juist nü de Commissie voor het Georganiseerd Overleg, nadat zij eenige maanden in haar nieuwe samenstelling gewerkt heeft, wil opdoeken. Want daarop komt het voorstel van den heer Janssens toch eigenlijk neer; immers, hij wil een raadscommissie benoemen, die een onderzoek zal hebben in te stellen naar de wensche- lijkheid eener salarisherziening. De Commissie voor het Ge organiseerd Overleg wordt dus uitgeschakeld. Toch zullen Burgemeester en Wethouders en het meerendeel van den Raad het met Spr. eens zijn, dat de Commissie voor het Georga niseerd Overleg in haar nieuwe samenstelling goed werkt. Spr. vertrouwt dan ook, dat de mentaliteit van den Raad niet den kant van den heer Janssens zal opgaan. De heer Janssens wil voorts den Minister vóór zijn en met ingang van 1 Januari a.s. een korting van 5 op de bestaande ambtenaarssalarissen toepassen. Spr. vindt dit niet juist. Hij wil er in dit verband op wijzen, waarom deze salaris herziening gekomen is. Dit is geschied juist omdat de amb tenaren hier te laag gesalarieerd waren. Zulks blijkt ook uit de restrictie, door den Raad gemaakt bij de tijdelijke korting van 3 in den aanvang van dit jaar. Deze korting werd door den Raad alleen aanvaard onder voorwaarde, dat aan die ambtenaren, van wie bij de invoering van de salarisrege- Img blijkt, dat zij ten onrechte zijn gekort, dit ten onrechte gekorte zal worden gerestitueerd. Spr. sluit zich voorts aan bij hetgeen de heeren Van Houten en Loonen hebben gezegd en spreekt de hoop uit, dat de Raad deze regeling zal aanvaarden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 834