842 28 NOVEMBER 1935. is het noodig die te motiveeren. Dit nu is hier niet voldoende geschied. Ten slotte verklaart Spr. geen prijs te stellen op een alge- heele salariskorting van 5 het gaat bij hem niet om de korting, maar om het systeem. Hij betreurt het, dat Wethou der Van M i e r 1 o hem gisteren toen hij deze zaak met hem besprak niet gezegd heeft, dat de salarissen hier, ook na de in Den Bosch toe te passen korting van 5 nog lager zijn dan daar. Dit neemt evenwel niet weg, dat de heer Van Mierlo er zelf van overtuigd is, dat op de voor gestelde salarisregeling niet de rninisterieele goedkeuring zal worden verkregen. De heer BROOS heeft, naar aanleiding van de bewering van Wethouder Van Mierlo, dat de salarissen boven de 5000 gulden de grootste klappen krijgen, eens nagegaan wat daarvan aan is. Hij is daarbij tot de ontdekking gekomen, dat van die salarissen in totaal slechts 2100,wordt gekort; de rest wordt dus allemaal verhaald op de lagere salarissen en loonen. De heer KROONE stelt voorop, dat hij niet als promotor van salarisverlaging wil optreden dit kan men trouwens niet van hem verwachten maar hij zou toch willen vragen: welken indruk moet deze salarisherziening wel maken op de werkloozen? Ook vraagt hij, waarom nu voor salarissen be neden 2000 gulden zes en boven dat bedrag slechts vier periodieke verhoogingen noodig worden geacht om het maxi mum te bereiken. Men kan, zou Spr. denken, in die hoogere functies toch ook wel zes jaar wachten om zoover te komen. Als men al dergelijke dingen in aanmerking neemt, komt men bij deze voorstellen tot de conclusie, dat men overal systeem in kan brengen, zelfs in het afslachten. Wethouder Van M i e r 1 o heeft gezegd, dat de Salaris commissie van 1926 alleen cijfers, geen functies vergeleken heeft. Dit is niet juist; die commissie heeft destijds bij haar werk ook goede voorlichting gehad, zoowel van de zijde der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 842