28 NOVEMBER 1935.
849
dat daarvoor niet de minste reden bestaat, als men nagaat,
dat deze functionaris sinds 1920 het zelfde salaris heeft ge
houden, terwijl zijn verantwoordelijkheid tengevolge van de
enorme uitbreiding der Bedrijven zeer is toegenomen. Spr. zal
thans geen voorstel doen tot verhooging dier wedde, doch hij
geeft Burgemeester en Wethouders in overweging, bij een
volgende salarisverlaging, welke z.i. binnen niet te langen tijd
aan de orde zal komen, met zijn opmerking rekening te
houden.
Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat het uiteraard
onmogelijk is om ten aanzien van de wedden der directeuren
naar een bepaald percentage van korting te werk te gaan. Spr.
gelooft echter, dat de directeur der Bedrijven tevreden kan
zijn met het voorgestelde salaris.
De heer KOOYMAN merkt op, dat de Commissie voor het
Georganiseerd Overleg niet heeft medegewerkt aan het tot
standkomen van de salarisregeling voor de directeuren. Voorts
wijst Spr. op het salaris van den „cokescontroleur" en vraagt,
waarom te dien opzichte niet de wensch van de Commissie
voor het Georganiseerd Overleg is gevolgd. Deze had name
lijk voorgesteld, dien functionaris een salaris van 1600—
1900 toe te kennen.
Wethouder VAN MIERLO zegt, dat Burgemeester en
Wethouders de positie van den „cokescontroleur" niet zelf
standig kunnen beoordeelen. Een en ander is met den betrok
ken directeur besproken en het resultaat van die bespreking
is in de voorgestelde regeling vastgelegd.
4 wordt daarop onveranderd goedgekeurd en
vastgesteld.
5 Reiniging6 Slachthuisen 7 (Beplantingen)
De heer MABELIS vraagt, waarom nu wordt voorgesteld
de salarissen van de directeuren van de Reiniging en de