28 NOVEMBER 1935. 853 De VOORZITTER antwoordt, dat die fout in het origi- neele stuk bereids is hersteld. Het artikel wordt daarop goedgekeurd en vast gesteld. Artikel 3. De VOORZITTER deelt mede, dat van de heeren Crul, Kooyman en Van Keep is ingekomen een voorstel om den kindertoeslag toe te kennen voor elk kind beneden den leeftijd van 18 jaar in plaats van 16 jaar te beginnen met het derde kind. De heer CRUL zegt, dat tot dusver kindertoeslag werd toegekend voor kinderen beneden 16 jaar. Dit was in normale tijden heel billijk, doch nu zijn vele kinderen van 16 tot 18 jaar werkloos en komen daardoor ten laste van de ouders juist op een leeftijd, dat zij het duurst zijn. Bij een bezoek aan de Ambachtsschool heeft de Directeur hem vertelt, dat 61 van de leerlingen bij het verlaten van de school geen werk heeft. De kindertoeslagregeling van het Rijk kent ook de leeftijdsgrens van 18 jaar. Spr. acht het dan ook, in ver band met de huidige economische omstandigheden, alleszins billijk ook hier die grens op 18 jaar te bepalen. Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat het door den heer Crul aangevoerde argument juist niet ter zake geschikt is, daar deze verordening niet is ingesteld op slechte tijden; zij geldt voor alle tijden. Ook acht hij het niet juist, dat op die manier de werklieden, die kinderen van 16 tot 18 jaar hebben, die wèl geld verdienen, nog eens kindertoeslag krij gen ook. De heer CRUL antwoordt, dat bij de kindertoeslagrege ling voor de ambtenaren de leeftijdsgrens ook op 18 jaar is gesteld, terwijl het een ambtenaar, wiens inkomen meestal hooger is dan dat van een werkman, uit dien hoofde ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 853