862
18 DECEMBER 1935.
De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede,
dat van de heeren Van Keep en Loonen bericht is in
gekomen, dat zij verhinderd zijn deze vergadering bij te
wonen: eerstgenoemde wegens ziekte, laatstgenoemde wegens
uitstedigheid.
Vervolgens deelt Spr. mede, dat is ingekomen een schrijven
van den heer R. J. Martens, luidende als volgt:
„Aangezien ondergeteekende vanaf 18 December zich te
„Amsterdam gaat vestigen, is hij genoodzaakt heden ontslag
„te nemen als lid van Uwen Raad.
„Bij mijn afscheid als lid van Uwen Raad gevoel ik mij
„gedrongen mijn oprechten dank uit te spreken voor de aan
gename werkwijze in Uwen Raad ondervonden, hierbij tevens
„den wensch uitsprekende, dat het Uwen Raad gegeven moge
„zijn, de gemeente Breda door deze moeilijke tijdsomstandig
heden, waarin wij ongetwijfeld leven, naar betere tijden te
„mogen leiden."
Spr. stelt voor, dit schrijven voor kennisgeving aan te ne
men, en voegt daaraan toe, dat de medewerking van den heer
Martens in den Raad in aangename herinnering zal voort
leven.
Alsnu stelt Spr. aan de orde:
1. Vaststelling van de notulen der vergaderingen van 27
September en 30 October j.l.
De VOORZITTER zegt, dat die notulen, overeenkomstig
het bepaalde in artikel 8 van het reglement van orde voor
den Gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen
en hun bovendien in afschrift zijn toegezonden en vraagt,
of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of
eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden deze notulen
onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.