868
18 DECEMBER 1935.
rekening <en verantwoording moet doen van het gehouden
concours-hippique.
De VOORZITTER antwoordt, dat daartegen geen be
zwaar bestaat. De bedoelde voorwaarde wordt mitsdien aldus
gewijzigd.
De heer GRUYS herinnert er aan, dat in den loop van
dit jaar de Raad in andere samenstelling een dergelijk prae-
advies, met de stemmen van de leden zijner fractie tegen,
heeft aangenomen. Thans stellen Burgemeester en Wethou
ders op grond van de zelfde motieven andermaal voor, garantie
te geven. Spr. en zijn fractiegenooten kunnen niet medegaan
met het argument, dat het voorgenomen concours-hippique
speciaal voor de neringdoenden voordeelen zal opleveren.
Misschien zal een enkel middenstander ermede gebaat zijn,
doch zeker niet de middenstand in het algemeen. Nu er zoo
vele volksnooden zijn, die om leniging schreeuwen, acht Spr.
een dergelijke uitgaaf niet gerechtvaardigd.
De heer CRUL is, in tegenstelling met den heer Gruys,
van meening, dat er alles te zeggen valt voor het geven van
de gevraagde garantie. Spr. heeft indertijd als niet-Bredanaar
al hooren spreken van het concours-hippique in Breda. Breda
en het concours-hippique zijn dan ook haast onafscheidelijk
van elkaar. Van heinde en verre trekt men er naar toe, zoodat
het bij gunstige weersgesteldheid door duizenden vreemdelin
gen wordt bezocht. Alleen al bij Spr. in de buurt wonen er
twee neringdoenden, die van het vreemdelingenverkeer op den
dag van het concours-hippique profiteeren. Spr, kan het argu
ment van Burgemeester en Wethouders dan ook ten volle
onderschrijven. Bovendien is het volstrekt niet zeker, dat van
de garantie gebruik zal worden gemaakt; de vorige maal is
het ook niet geschied.
De VOORZITTER heeft aan de gezonde opmerkingen
van den heer Crul niet veel meer toe te voegen. Spr. wil