18 DECEMBER 1935. 877 lagen kant staan wat het aantal agenten betreft; ik meen dan ook, dat wij niet verder moeten gaan dan 80. Op bladzijde 2 der toelichting staat, dat aan het hoofd van de afdeeling Algemeene Zaken een inspecteur 2e klasse staat en aan het hoofd van de afdeeling Recherche een inspecteur le klasse. Moet dit niet andersom gelezen worden? Dat de inspecteurs 2e klasse voortaan de kans krijgen om benoemd te worden tot inspecteur le klasse, zonder dat er een vacature is, kan mij volkomen bevredigen en dat de hoofdagenten-titulair, die het zelfde werk doen als de gewone hoofdagenten, aangesteld worden als hoofdagent, acht ik billijk. Al deze hoofdagenten deden en doen het zelfde werk, dat vroeger een inspecteur deed. Ik heb daar destijds al op gewezen, maar door U, Mijnheer de Voorzitter, werd zulks ontkend, omdat men niet alleen op den dag, maar ook des nachts een inspecteur noodig had; deze kon niet vervangen worden door een hoofdagent. Het bewijs is evenwel geleverd, dat men het 's nachts ook wel zonder inspecteur afkan; naar ik vermeen, lijdt de dienst er niet onder en het is tevens een financieel voordeel voor de gemeente. De VOORZITTER zegt, dat de opmerkingen van den heer Cohen beter bij de artikelsgewijze behandeling der ontwerp-verordening beantwoord kunnen worden. Daarop wordt overgegaan tot de artikelsgewijze behandeling der ontwerp-verordening. De VOORZITTER zegt, dat, wat de kwestie van het aantal agenten betreft, de Raad indertijd bewilligd heeft in een aantal van 82 agenten en 8 hoofdagenten. Het feit, dat de hoofdagenten-titulair het zelfde werk doen en de zelfde bezoldiging genieten als de gewone hoofdagenten, heeft er toe geleid het aantal hoofdagenten te brengen op 10, waarvan er vermoedelijk op den duur, als er bij de recherche een vacature komt, 9 noodig zullen zijn. Aanvankelijk meenden Burge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 877