878 18 DECEMBER 1935. meester en Wethouders daardoor het aantal agenten van 82 op 80 te kunnen terugbrengen, maar men mist dan de moge lijkheid tot expansie in de toekomst. Neemt men daarbij in aanmerking de moeilijkheid om dikwijls wijziging in de ver ordening te brengen iedere wijziging behoeft immers de Koninklijke goedkeuring dan zal men begrijpen, dat Bur gemeester en Wethouders bij nader inzien er toe gekomen zijn het maximum op 85 te stellen. Men dient hierbij ook te bedenken, dat in de laatste jaren de politie-dienst al bezuini gend is herzien, terwijl Breda zich voortdurend uitbreidt. In den Belcrumpo/c/er nu Belcrumktvarfier kon men eerst volstaan met twee z.g. polder-agenten; nü is dit kwartier, evenals het Sportparkkwartier en meer andere, opgenomen moeten worden in de wijkindeeling en moest er een posthuis komen. Het verkrijgen van een economische wijkindeeling is te Breda moeilijk, tengevolge van de stervormige uitbreiding van de stad. Reeds in 1927 bedroeg het aantal agenten 80; thans is dit getal het uiterste minimum. Het is dan ook van zelfsprekend, dat er in de toekomst eenige uitbreiding moge lijk moet zijn. Vandaar dat eenige vrijheid van beweging op dit punt in de verordening gewenscht is. Wat betreft de opmerking van den heer Cohen over de chefs der afdeelingen Algemeene Zaken en Recherche, deelt Spr. mede, dat te dien opzichte een type-fout in de toe lichting staat; aan het hoofd van de afdeeling Algemeene Zaken staat inderdaad een inspecteur le klasse en aan het hoofd van de afdeeling Recherche een inspecteur 2e klasse. Volgens de nieuwe regeling krijgt elke afdeeling een chef, zoodat de inspecteur 2e klasse, die aan het hoofd der afdee ling Recherche staat, te zijner tijd kans heeft bevorderd te worden. De heer MABELIS merkt op, dat er in de toelichting op artikel 2 staat, dat er thans in totaal 6 inspecteurs der eerste en tweede klasse zijn. Spr. kan echter in het laatstverschenen jaarverslag niet meer vinden dan 5 inspecteurs. Het ligt dus

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 878