18 DECEMBER 1935. J 870 blijkbaar in de bedoeling het aantal inspecteurs met één uit te breiden, zonder eenig argument daarvoor aan te voeren. Voorts wijst Spr. er op, dat het aantal agenten in de ont- werp-verordening juist was teruggebracht tot 80, omdat het aantal hoofdagenten was uitgebreid tot 10. Desniettemin wordt het aantal agenten nu toch op 85 gebracht; Spr. vindt dit wel een ruime speling. De heer KROONE zou, in tegenstelling met de heeren Cohen en Mabelis, er wel voor voelen de voorgestelde uitbreiding van het aantal agenten toe te staan; in de eerste plaats omdat Burgemeester en Wethouders verklaren, dat, als het niet noodig is, van de toegestane uitbreiding geen ge bruik zal worden gemaakt en in de tweede plaats omdat door die uitbreiding aanvaarding van het amendement-C r u 1 c.s., hetgeen afschaffing van de 104 overuren beoogt, gemakke lijker wordt gemaakt. De heer COHEN verklaart, dat de Voorzitter hem niet overtuigd heeft van de noodzaak om het aantal agenten tot 85 uit te breiden, ook niet in de eerstkomende jaren. Er zijn verschillende gemeenten van de grootte van Breda, waar het aantal agenten lager is dan hier. De Voorzitter heeft wel gewezen op de vestiging van een politiepost in het Belcrum- kwartier, maar hij heeft er niet bij gezegd, dat de post-Nassau- straat is opgeheven. De rijwiel-surveillance voldoet zeer goed, hoewel de Voorzitter haar vroeger in een belachelijk dag licht heeft gesteld, toen Spr. destijds daartoe het voorstel deed. De VOORZITTER komt hiertegen op. De heer COHEN zegt, dat de raadsnotulen uitwijzen, dat hij gelijk heeft. Voorts zegt Spr., dat de heer K r o o n e blijk baar bang is, dat de 104 over-uren niet afgeschaft zullen worden, wanneer het aantal agenten niet tot 85 wordt uitge breid; Spr. kan hem echter de verzekering geven, dat die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 879