18 DECEMBER 1935. 881 gevallen zijn rijwiel in den steek moeten laten, van welk feit een ander gebruik kan maken om er met het rijwiel vandoor te gaan. Het verdient daarom aanbeveling de rijwiel-surveil lance veelal door twee agenten te doen geschieden. Den heer M a b e 1 i s antwoordt Spr., dat er thans -5 in specteurs en één hoofdinspecteur zijn; het maximum van 6 inspecteurs wordt dus nu niet overschreden, hoewel de be staande regeling spreekt van 4 of meer inspecteurs. Door thans een maximum van 6 te bepalen leggen Burgemeester en Wethouders zich zelf dus aan banden. De heer MABELIS blijft het vreemd vinden, dat Burge meester en Wethouders in hun oorspronkelijk voorstel zeg gen, dat zij met 80 agenten wel kunnen toekomen en dat zij nu voorstellen er 85 van te maken. Ook het aantal inspecteurs wordt nu wel degelijk uitgebreid, want de ontwerp-regeling spreekt, behalve van een hoofdinspecteur, nog van 6 inspec teurs le en 2e klasse. De VOORZITTER: De mogelijkheid daartoe wordt ge opend, doch het gebeurt niet inderdaad! De heer MABELIS geeft toe, dat het voor den Raad moei lijk te beoordeelen is, hoeveel agenten en inspecteurs er be slist noodig zijn. Waar de zaak zoo staat, wil hij zich wel bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders neerleggen. De VOORZITTER merkt nog op, dat uit het feit, dat Burgemeester en Wethouders zich aanvankelijk tot 80 agen ten wilden beperken, duidelijk blijkt, dat zij niet per sé meer agenten willen hebben. Men moet echter verder zien dan vandaag of morgen en daarom moet men eenige speling heb ben; dit zelfde geldt ook voor het aantal inspecteurs. Het artikel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aangenomen, zooals het nader door Burgemeester en Wethouders is voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 881