18 DECEMBER 1935 887 week ook aan hen, die bij den specialen dienst zijn ingedeeld, toe te kennen; dezen behooren in het feit, dat hun taak bij dien dienst aangenamer is, een belooning te vinden voor het meerdere werk. De heer KROONE merkt op, dat zij, die bij den specialen dienst zijn ingedeeld, toch ook zijn belast met het opsporen van overtredingen van de Arbeidswet e.d. Zij hebben daar door, evenals de rechercheurs, ongeregelden dienst en moeten veelal langer werken dan de andere agenten. Nu zegt de Voorzitter wel, dat zij blij mogen zijn, als zij bij den specialen dienst komen, doch Spr. gelooft, dat die blijheid meer zal voortspruiten uit de meerdere promotiekans, welke daardoor ontstaat, dan uit den aard van de werkzaamheden. Spr. is dan ook van meening, dat dit voorstel wel degelijk steekhoudend is. De heer MABELIS zegt, dat men erg voorzichtig moet zijn met het toekennen van extra-vergoedingen aan bepaalde leden van het corps voor bepaalde diensten. Ook in het corps zelf wordt dit zoo gevoeld; de extra-toelage voor de recherche is door een tweetal organisaties van politiepersoneel geaccepteerd als vergoeding voor ongeregelde en langdurige diensten, niet als belooning voor meerdere prestaties boven den z.g. straat-agent. Dit argument geldt z.i. niet voor hen, die met speciale diensten zijn belast. Weliswaar brengt dit soms ook eenig ongemak mede Spr. denkt hierbij aan den z.g. smokkeldienst maar aan den anderen kant staan daar tegenover zoovele- voordeelen, dat het een begeerenswaardige positie is. De andere agenten zouden zich gekleineerd ge voelen, als aan de agenten van den specialen dienst deze extra-vergoeding werd gegeven. Spr., die zijn inlichtingen uit deskundige kringen zegt te hebben, kan zich dan ook niet met het amendement van den heer C r u 1 c.s. vereenigen. De heer COHEN verklaart, in het algemeen ook geen voor stander van het toekennen van toelagen te zijn, doch nu Bur-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 887