894 s.
18 DECEMBER 1935.
is toegekend, in vergelijking met het overige gemeenteperso-
necl, als een groote onbillijkheid te beschouwen.
Ik stel mij op het standpunt, Mijnheer de Voorzitter en
dit kan U bekend zijn, aangezien ik zulks jaren achtereen
bepleit heb dat ook voor de politie, die een onregelmatigen
dienst heeft, de 48-urige werkweek moet gelden. Ik kan mij
heel goed indenken, dat in bijzondere gevallen overuren moe
ten worden gemaakt, doch dan dienen deze in gelijkwaardigen
tijd te worden teruggeven of uitbetaald.
Dat de gemaakte overuren teruggegeven kunnen worden,
blijkt, als ik goed ben ingelicht, mogelijk. In het overleg, het
welk heeft plaats gehad met U, Mijnheer de Voorzitter, werd
door U aan den inspecteur Van Mulbregt, die over den
algemeenen dienst gaat, die vraag gesteld en genoemde in
specteur antwoordde daarop, dat, indien hem den tijd daar
voor werd gegeven, een dienstregeling ware te ontwerpen,
waarbij de overuren konden worden teruggegeven, zonder dat
de dienst eronder lijdt, natuurlijk niet op de tijden, waarop
de overuren gemaakt worden.
Ik wil aantoonen. Mijnheer de Voorzitter, dat het wel gaat,
indien de wil aanwezig is. Wanneer men nu weet, dat twee
maal in de week, voor het volgen van den gemeentelijken
cursus, van 6—9 uur des namiddags 6 7 agenten, d.i. onge
veer een derde van de bezetting, aan den straatdienst worden
onttrokken, dan staat het toch wel vast, dat, zonder dat de
veiligheid eronder lijdt, de uren teruggegeven kunnen worden.
Een ander bewijs wil ik daarvoor aanvoeren. Dezen zomer
is te Nijmegen de vierdaagsche afstandsmarsch gehouden;
daaraan is door 10 agenten van Breda deelgenomen. Als be
looning voor de geleverde prestaties kreeg ieder deelnemer 8
dagen extra verlof, d.i. te zamen 80 dagen, gedurende welke
die agenten aan den dienst werden onttrokken. Dit feit, Mijn
heer de Voorzitter, versterkt mij in de overtuiging, dat de
overuren teruggegeven kunnen worden en dat Uw motief, als
zou die teruggave de algemeene veiligheid schaden, niet te
verdedigen is. Daarbij komt nog, dat een dergelijke bevoegd-