896 18 DECEMBER 1935. dat men die 104 overuren per jaar wil afschaffen. Spr. ziet er het politiecorps niet op aan, dat het aan de raadsleden heeft verzocht, pogingen aan te wenden om het dien „zwaren last", dat „ondraaglijk juk" van de schouders te nemen. Aanne mende, dat het initiatief daartoe van de raadsleden zelf is uitgegaan, verklaart Spr. zulks te betreuren, omdat dergelijke initiatieven nu juist niet bepaald er toe bijdragen, het moreel te verhoogen en aldus den dienst lichter te maken. Het maken van overuren, buiten de 48-urige werkweek, is altijd in be perkte mate geschied; een politieman mag echter zoo nu en dan weieens een extra uurtje voor den dienst over hebben. Spr. sluit zich, wat dat betreft, volkomen aan bij de woorden van den heer Struiken. De heer E 1 i c h heeft gevraagd, of een dergelijke regeling, met betrekking tot het maken van overuren, elders ook be staat. Spr. antwoordt daarop; misschien wel, misschien niet, doch elders heeft men niet overal het voordeel een 48-urige werkweek met zeer humane rooster-indeeling te bezitten. In dit verband herinnert Spr. er aan, dat de Raad indertijd de 52-urige werkweek had willen invoeren. Dit was echter niet wel uitvoerbaar en daarom is men overgegaan tot invoering van de 48-urige werkweek met een zekere speling, namelijk 104 overuren per jaar. Men hoort daarover niet klagen dan zoo nu en dan, bij bijzondere gelegenheden, zooals de be handeling van de gemeente-begrooting e.d. Nu heeft de agent van politie een moeilijke taak, een taak, welke soms zeer zwaar kan zijn, maar hij heeft ook wel eenige gemakkelijke diensturen, den z.g. rusttijd. Burgemeester en Wethouders voelen er niets voor, de overuren geheel af te schaffen. Bin nenkort komt de behandeling van de gemeente-begrooting weer aan de orde; de uitgaafpost voor de politie maakt een belangrijk onderdeel daarvan uit. En terwijl men nu zooveel mogelijk in bezuinigende richting moet werken, wil men juist dit voordeel voor de Gemeente prijsgeven. Spr. hoopt niet, dat de Raad daartoe zal overgaan; niet alleen omdat daarmede de zuinigheid niet gediend zou zijn, doch ook omdat daardoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 896