902
18 DECEMBER 1935.
gestelde bedrag van 100,— door het personeel gemakkelijk
kan worden overgehouden, zou ik willen zeggen: Laat dit
voordeel dan maar vloeien in de gemeentekas, want in andere
plaatsen is genoegzaam gebleken, welk een ellende een der
gelijk stelsel met zich medebrengt. Daarbij komt nog, dat, zoo-
als schier alles in dezen tijd aan prijs-schommeling onderhevig
is, dit ook het geval is met de voor de uniform benoodigde
stoffen. Hierbij is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat bij
prijsstijging de betrokkenen daarvan de dupe worden, terwijl
bij prijsdaling of wanneer het personeel, door bijzonder zuinig
te zijn op zijn kleeding, een klein bedrag van het beschikbaar
gestelde kleedinggeld overhoudt, dit voor Burgemeester en
Wethouders aanleiding zou kunnen zijn om het bedrag der
kleedingtoelage te verminderen. De practijk in andere ge
meenten, waar dit stelsel geldt, heeft geleerd, dat het veel
onaangenaamheden voor het betrokken personeel met zich
brengt.
Het is mij bekend, Mijnheer de Voorzitter, dat het geheele
politiepersoneel voor behoud van het tegenwoordige stelsel
het verstrekken van kleeding op dracht is. fs het Burge
meester en Wethouders te doen om te bezuinigen, laten zij
dan eens een proef nemen met hetgeen ons geacht medelid,
de heer VanderVen, in den aanvang van dit jaar bij de
behandeling van de gemeentebegrooting ter sprake gebracht
heeft, namelijk het verlengen van den draagtijd der kleeding-
stukken.
Op het oogenblik, Mijnheer de Voorzitter, wordt 50,
gegeven voor het aanschaffen van schoenen, beenkappen en
handschoenen: indien dit teruggebracht zou worden op 35,—
dan zou dit een aanzienlijke bezuiniging opleveren. Ik ben van
meening, dat hiermede volstaan kan worden.
Ik hoop, Mijnheer de Voorzitter, dat, na deze uiteenzetting,
het den Raad duidelijk zal zijn, dat wij deze voorstellen niet
kunnen aanvaarden. Ik wil er ten slotte nog op wijzen, dat
in het overleg, hetwelk heeft plaats gehad met den Burge
meester, door alle afgevaardigden een afwijzende houding