18 DECEMBER 1935. 903 werd aangenomen tegenover het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Laat ook de Raad zulks doen door dit voor stel te verwerpen en het bedrag voor schoenen enz. van 50, terug te brengen op 35.—. De heer MABELIS merkt op, dat de heer Cohen beter had gedaan met ter zake een amendement in te dienen, dan was het voor den Raad gemakkelijker geweest, deze kwestie te beoordeelen; nu is dit zeer moeilijk. Voorloopig kan Spr. het met den heer Cohen niet eens zijn; hij gelooft, dat de zuinigheid er meer bij gebaat zal zijn, als het eigen belang van den politie-agent bij de kleeding is betrokken. Wat het amendement van den heer C r u 1 betreft, zegt Spr., dat daarin een inconsequentie schuilt. De inspecteur in dienstkleeding geniet een kleedingtoelage van 125,—, die in burgerkleeding van 100,terwijl de agent in dienst kleeding een kleedingtoelage van 100,— geniet en die in burgerkleeding van 75. Brengt men nu de toelage van den agent in burgerkleeding van 75.— op 100,-, m.a.w. stelt men de toelagen voor dienst- en burgerkleeding op een gelijk bedrag, dan eischt de billijkheid, dat men dit ook doet ten aanzien van den inspecteur; de toelage voor den inspecteur in burgerkleeding zal dus in dat geval moeten worden ge bracht op 125,Spr. vindt wel iets goeds in het amende ment-C r u 1 c.s., omdat de agenten, die bij den specialen dienst ingedeeld zijn, uitgaven hebben zoowel voor uniform als voor burgerkleeding. Hij acht het billijk, dat de toelagen voor beide soorten van kleeding gelijk zijn. De heer KROONE zegt, dat de heer M a b e 1 i s het over een anderen boeg gooit dan den heer C r u 1 c.s. om ten slotte toch tot de zelfde conclusie te komen. Spr. is ook van mee ning, dat men aan de kleeding van den agent in burger de zelfde eischen van netheid mag stellen als aan die van den agent in uniform, zoodat het bedrag der toelagen voor beide soorten van kleeding gelijk moet zijn. Hij acht evenwel geen reden aanwezig om aan twee ambtenaren, die in burgerklee ding dienst doen den inspecteur en den agent verschil-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1935 | | pagina 903