18 DECEMBER 1935. 907
dit artikel de verwijzing naar de artikelen 31 en 33 dient te
vervallen, daar die artikelen hier niet van toepassing zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat 31 in 32 moet worden
veranderd; de zaak is dan in orde.
Het artikel wordt daarop, met inachtneming van
deze wijziging, goedgekeurd en vastgesteld.
De VOORZITTER stelt alsnu voor, de ontwerpverorde
ning, met inachtneming van de daarin aangebrachte wijzigin
gen, in haar geheel goed te keuren en vast te stellen, behou
dens het bepaalde in artikel 13 sub 7. Spr. verzoekt den heer
Cohen af te stappen van het denkbeeld om het in artikel
13 vastgelegde systeem te veranderen.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereen
komstig besloten.
19. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, in zake
de bezoldiging van den Commissaris van Politie (aangehou
den in de vorige vergadering), luidende als volgt:
„In Uw vergadering van 13 Februari 1935 werd besloten
„met ingang van 1 Januari 1935, een tijdelijke korting van
„3 toe te passen op alle salarissen en loonen van het
„geheele gemeente-personeel.
„Ten einde uniformiteit te betrachten werd gemeend, dat
„op het salaris van den Commissaris van Politie een gelijke
„korting behoorde te worden toegepast.
„In verband hiermede verzochten wij het College van Ge
deputeerde Staten deze korting wel te willen bevorderen.
„Hierna is van Zijne Excellentie den Minister van Justitie
„een schrijven ontvangen waarbij deze ons mededeelt, dat de
„bezoldiging van den Commissaris van Politie, welke thans
5200.tot 6200.bedraagt, z.i. zou kunnen worden
„gesteld op 4800.tot 5800.met 4 éénjaarlijksche ver-