18 DECEMBER 1935. _J\ 925
straten en pleinen van colporteurs met gedrukte stukken. Wil
men echter die regeling behoorlijk effectief maken, dan moet
men ook het huis-aan-huis venten met gedrukte stukken op
die zelfde plaatsen en op die zelfde tijden tegengaan.
De heer Heer vreest, dat de veelomvattendheid van het
artikel zal leiden tot het .opmaken van talrijke processen-ver
baal. Spr. kan die vrees niet deelen; de groote werking van
het artikel zit in het preventieve; men zal zich er wel voor
wachten die overtredingen te begaan, uit vrees dat men anders
in het geheel niet meer colporteeren mag.
Voorts antwoordt Spr. den heer Heer, dat „andere per
sonen, met gelijk doel werkzaam'' in dit geval beduidt: andere
personen, die ook met bladen venten, dus niet: andere per
sonen van de zelfde politieke richting.
Ten slotte zegt Spr., dat Burgemeester en Wethouders niet
vinden, dat in het colporteeren met gedrukte stukken een
opvoedende kracht schuilt. Zij zijn van oordeel, dat kinderen
voor iets anders moeten worden opgevoed dan voor het
leuren met politieke blaadjes.
De heer HEER vindt, dat de Voorzitter niet de nood
zakelijkheid heeft aangetoond om ook het huis-aan-huis ver
spreiden van gedrukte stukken te verbieden. Spr. acht het
juister, dat in deze repressief te werk wordt gegaan; door
dezen preventieven maatregel wordt iedereen gedupeerd.
Spr. heeft geen antwoord bekomen op zijn verzoek om
onderscheid te maken tusschen het colporteeren met en het
verspreiden van gedrukte stukken.
Wethouder VAN BUITENEN merkt op, dat het hier
geen colportage-verbod in het algemeen betreft, doch alleen
op bepaalde wegen, ter voorkoming van relletjes.
De heer HEER zegt, dat het in de practijk neerkomt op
een colportage-verbod voor de geheele binnenstad.
De VOORZITTER spreekt dit tegen.