106
12 FEBRUARI 1936.
De VOORZITTER zegt, dat daartegen geen bezwaar be
staat.
De heer MEIJVIS vraagt, of het waar is, dat de distributie
van cokes aan werkloozen en andere behoeftigen zóó onregel
matig geschiedt, dat dezen soms heele tijden zonder brand
stof zitten. Spr. zegt, dat zulks, vooral in deze diagen van
barre koude, niet mag voorkomen. Hij dringt er derhalve op
aan om, desnoods met gebruikmaking van particuliere tractie,
zorg te dragen voor een regelmatige verstrekking van cokes.
De VOORZITTER zegt, dat de vraag van den heer Al e ij -
vis niet oogenblikkelijk te beantwoorden is. Spr. zal te be-
voegder plaatse informaties inwinnen; mocht daaruit blijken,
dat inderdaad de cokesverstrekking op onregelmatige wijze
plaats heeft, dan zal getracht worden, daarin ten spoedigste
verandering te brengen.
De heer KROONE merkt op, dat hem aan de hand van
schriftelijke gegevens is aangetoond, dat men aan het Gas
bedrijf al een dag of twaalf ten achter is met de cokesver
strekking. Het verzoek van den heer M e ij v i s is dan ook
inderdaad klemmend.
Hierop wordt voortgegaan met de behandeling
der begrooting voor 1936
Burgerlijk Armbestuur.
Zonder eenige bedenking wordt deze begroo
ting goedgekeurd en vastgesteld.
Electriciteitsbedrijf.
De heer VAN ARENDONK zegt het volgende:
In het Centraal Rapport wordt door meerdere leden de
wenschelijkheid betoogd van het invoeren van billijker ta
rieven voor de winkelverlichting van den winkeldrijvenden