12 FEBRUARI 1936. 110 groep gesproken te hebben; hij heeft in het algemeen ver zocht om de electriciteitstarieven te verlagen. De heer Van Arendonk heeft alleen billijker tarieven voor den mid denstand gevraagd. Ook Spr. en zijn fractiegenooten zijn overtuigd van de moeilijkheden, waarmede de middenstand in dezen tijd te kampen heeft, maar dit geldt ook voor andere groepen. Daarom is algeheele verlaging der electriciteits tarieven gewenscht naast belastingverhooging, ter bestrijding van de winstderving. Wethouder VAN DER WERF heeft nu gehoord, dat de heer Van Arendonk tariefsverlaging wil om het meer der verbruik te stimuleeren. Het bedrijf zal daarin echter geen voordeel zien, omdat de winkelverlichting in spertijd valt. Hetgeen de heer Van Arendonk vraagt, is daarom moeilijk te bevorderen. Den heer Van Houten antwoordt Spr., dat de tarie ven hier niet hoog zijn; in vele andere gemeenten zijn ze veel hooger. De heer VAN ARENDONK merkt op, dat hij gevraagd heeft om een nieuw tarief in te voeren als overgang van het groot-verbruik naar het winkelverlichtingstarief. Wethouder VAN DER WERF wil hieromtrent wel een onderzoek toezeggen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop de begrooting van het Electriciteitsbedrijf goedge keurd en vastgesteld. Grondbedrijf. De VOORZITTER zegt, dat in het Centraal Rapport een opmerking is gemaakt over de wenschelijkheid meer reclame te maken voor het Grondbedrijf. Er hebben zich onlangs omstandigheden voorgedaan, waardoor deze kwestie nader

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 110