12 FEBRUARI 1936. Gasbedrijf. 112 voor het exploiteeren van dat terrein zijn niet in de Bouw commissie besproken. Spr. zou het betreuren, als aan deze gronden niet voldoende exploitatie kon worden gegeven. Verbreeding van de taluds in de bochten van de Mark, ten einde daarop beplanting te kunnen aanbrengen, ware z.i. gewenscht. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat hij nü moeilijk een betoog kangaan houden over den toestand der taluds ter plaatse. Wat de bochten in de rivier betreft, kan Spr. mede- deelen, dat de Mark daar zal worden verlegd, waarbij met den vorm der taluds rekening kan worden gehouden. De heer VAN KEEP acht het ongewenscht, dat de Bouw commissie achter de plannen aanloopt; immers deze staan reeds vast. Die commissie behoort ze te beoordeelen alvorens de gronden verkocht worden; zij kan dan zien, hoe het in die omgeving worden zal. De VOORZITTER zegt, dat het voornemen bestaat tot nor maliseering van de Mark ter plaatse; het definitieve plan komt natuurlijk tijdig bij de Bouwcommissie, zoodat deze de situatie vooraf kan beoordeelen. De begrooting van het Grondbedrijf wordt als- nu zonder verdere bedenkingen goedgekeurd en vastgesteld De heer VAN ARENDONK heeft nog geen definitief ant woord bekomen op zijn bij de algemeene beschouwingen ge stelde vraag over het invoeren van gezinstarieven voor gas enz. De heer KOOIJMAN zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Bij de behandeling der begrooting 1935 is door mij het volgende voorstel ingediend:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 112