116
12 FEBRUARI 1936.
Gemeente overbleef. Een vorm van indirecte heffing kan
Spr. in de bestaande tarieven vooralsnog niet zien; en zulks
zou toch het motief moeten zijn voor het invoeren van een
gezinstarief. Spr. zal desniettemin nagaan, hoe in andere
gemeenten het gezinstarief werkt.
De heer VAN ARENDONK merkt nog op, dat het zijn
bedoeling is, ook voor electriciteit en water gezinstarieven
in te voeren. Spr. is den Wethouder dankbaar voor diens
toezegging.
De heer BROOS merkt op naar aanleiding van het feit,
dat onder volgnummer 1 der baten, ten opzichte van de
opbrengst van het gas, slechts f 8000.minder wordt ge
raamd dan deze opbrengst volgens de laatst afgesloten be-
drijfsrekening bedroeg dat het gasverbruik toch blijkbaar
niet zooveel is afgenomen als de heer K o o ij m a n beweert.
Wethouder VAN DER WERF antwoordt, dat de afneming
van het gasverbruik in 1935 gelukkig niet zoo groot is ge
weest als aanvankelijk werd verwacht. De bedrijfsleiding is
dan ook voortdurend op haar quivive om het gasverbruik
op peil te houden. De achteruitgang is in andere steden veel
grooter. Het gevaar van de cijfers, die hier zoo maar ter
tafel worden gebracht, is, dat men een verkeerden indruk
krijgt van de afneming van het gasverbruik.
De VOORZITTER herinnert er aan, dat hij in zijn Nieuw
jaarsrede den achteruitgang van het gasverbruik heeft aan
gehaald. Deze was zeer gering in vergelijking met andere
plaatsen, namelijk 1,02%.
De heer KOOIJMAN zegt, dat het er veel van weg heeft,
dat de heer Broos en hij twee gelijknamige polen zijn,
die elkaar afstooten. De heer Broos trekt ook thans Spr.'s
cijfers in twijfel; hij zal ze daarom toelichten aan de hand van
de officiëele gegevens.