12 FEBRUARI 1936. 118 is helaas bewaarheid. Immers, voor 1935 werd voor dat tarief geraamd 2900 X 1000 M3.; voor 1936 wordt geraamd 2440 X 1000 M3. of 460.000 M3. minder of bijna 16%. Ten slotte deelt Spr. mede, de genoemde cijfers te hebben ontleend aan de begrooting en het jaarverslag 1934 en de begrootingen voor 1935 en 1936. De heer BROOS was eerst ongerust over den beweerden grooten terugloop van het gasverbruik, doch nu hij heeft vernomen, dat deze alleen het 9 cents-tarief betreft, vinclt hij dat geen bezwaar, als die achteruitgang door een ander tarief wordt opgevangen. De heer KOOIJMAN: Dat is juist niet het geval. De heer BRANTJES vraagt, of bij de raming van de op brengst van het gas rekening is gehouden met het verlies van het Stationsemplacement en de militaire gebouwen, welke geëlectrificeerd zijn. Wethouder VAN DER WERF antwoordt bevestigend. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop de begrooting van het Gasbedrijf goedgekeurd en vastgesteld. Waterleidingbedrijf. De heer BROOS zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. In het Centraal Rapport hebben meerdere leden verzocht om opheffing van de op 1 Januari 1935 ingevoerde huur voor watermeters en het tekort zoo noodig af te trekken van de voorgestelde reserve groot f 85.000.Nu zijn Burge meester en Wethouders van meening, dat hierdoor de moei lijkheden slechts verplaatst zullen worden naar het volgend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1936 | | pagina 118